top of page

Wat is een vaste werking? Uitleg 1

Leerlingen kunnen op veel verschillende manieren eindtermen voor wereldoriëntatie bereiken. In de meeste scholen ontdekken we vaak drie sporen. Hieronder vind je meer uitleg.

DOEL

dialoog stimuleren over onderscheid tussen vaste werking, ervaringsgericht werk en sturing in de vorm van les   op de eigen school

Vaste werking
Leerlingen kunnen op heel veel verschillende manieren eindtermen voor wereldoriëntatie bereiken. In de meeste scholen ontdekken we vaak drie sporen:

(1) vaste werking van de klas en school: infrastructuur, activiteiten, pedagogische keuzes,...

(2) ervaringsgericht werken vanuit de klasgroep: ronde(vraag), onderzoek of werkstuk, projecten,...

(3) sturing door de begeleider: geplande les, ad hoc les,...

Tijdens de implementatie van het cahier W.O. onderzoek je hoe jullie garanderen dat alle eindtermen bereikt worden.

Die garantie geven we in onze scholen niet op de klassieke manier, nl. door strakke leerplannen met sterk vooraf bepaalde tussenstappen of handboeken te gebruiken.

Wij garanderen het bereiken van de minimumdoelen door een complexe klas- en schoolwerking die zich ontvouwt in drie sporen.

Het filmpje hieronder neemt je mee in die drie sporen (meer info bij veelgestelde vraag 8).

Het is de bedoeling dat elk teamlid deze manier van kijken begrijpt en dat je dit samen als team staaft met voorbeelden. Je kan gerust jullie eigen terminologie gebruiken.

Uitleg

We leggen je graag de drie sporen uit met een schema, een verhaal uit een fictieve school en enkele foto's. De volgende oefeningen uit stap drie focussen zich vooral op het eerste spoor 'Vaste werking doorheen de klas en school'. 

SCHEMA

VERHAAL

(1) In de fysieke omgeving, of infrastructuur, van onze school en klassen zitten er al heel wat kansen voor de leerlingen om met wereldoriëntatie in aanraking te komen: er is een fietsparcours op de speelplaats, we hebben een grote tuin met materiaal om kampen te bouwen en in elke klas hangt een tijdlijn die we intensief gebruiken. Op die manier komen er zaken uit de deeldomeinen verkeer, techniek en tijd aan bod. We doen ook elke week een kookactiviteit met de kleuters, zo zetten we extra in op natuur, techniek en mens. Er is een samenwerking met het natuur-educatief centrum in de buurt. Alle klassen hebben hier een eigen traject lopen, maar vooral de tweede graad is hier geregeld te gast. Maar het kan ook kleiner: in elke klas starten we de dag met het overlopen van de dag- en weekplanning, zo stimuleren we zelfstandigheid (mens) en herhalen we tijdsbegrippen. Onze begeleider uit de eerste graad volgde een intensieve training Rots & Water. Ze leert de andere teamleden elk op hun eigen tempo hoe ze dit in hun klas kunnen gebruiken en ze geeft om de zoveel tijd een sessie in elke klas. Van daaruit ontwikkelden we met de leerlingen regels om conflicten op te lossen, er hangen dan ook posters op de speelplaats die de leerlingen zelfstandig gebruiken bij ruzie (mens en maatschappij). Zo werken we met onze pedagogische keuzes ook impliciet aan W.O.

(2) Elke begeleider weet hoe we hier op school ervaringsgericht aan de slag gaan, ze hebben namelijk inzicht in hun voelsprieten. We legden een aantal afspraken vast en zorgen ook geregeld voor vorming hierrond. Iedereen werkt in zijn klas op z'n eigen manier, maar er is wel een rode draad herkenbaar. Bij de dagelijkse ronde gebruikt elke begeleider de LSD-techniek (luisteren, samenvatten, doorvragen). We spraken ook af dat iedereen de mindmap uit de W.O.-waaier steeds bij zich heeft tijdens rondegesprekken. Zo kan de begeleider op een spontane manier de minimumdoelen (= ontwikkelingsdoelen en eindtermen) aanbrengen. Bij het oudste lager leggen we die mindmaps soms in het midden van de kring, andere leerlingen proberen dan van daaruit een rondeverhaal of -vraag te verrijken.

Voor onderzoekjes en werkstukken maakten we met een werkgroepje in het team een basisscenario. In het begin is dat nog met duidelijke stappenplannen, maar gaandeweg weten de leerlingen hoe ze tot een sterk en diep onderzoek komen. Er zijn ook verschillende fiches voorhanden in de klas om specifieke W.O.-thema's te onderzoeken: techniekfiche, paspoort van een dier, historisch feit onderzoeken,...

Onze projecten blijven wel de manier om intensief en uitgebreid bepaalde minimumdoelen aan bod te laten komen. Na de brainstorm vullen we altijd samen een projectfiche in die ons breder helpt kijken. Onze begeleiders hebben de eindtermen goed in hun vingers. Zo kunnen ze tijdens onderzoekjes en projecten kansen aangrijpen om naar bepaalde eindtermen toe te werken. Tijdens een project over het Oude Egypte bijvoorbeeld werd er sterk gefocust op het wiskundige en creatieve aspect, de leerlingen bouwden zelf een piramide. De begeleider zag echter ook kansen voor een geografische duiding. Ze opperde het idee voor een inleefdag waarbij ze extra aandacht besteedde aan het klimaat in Noord-Afrika en de invloed daarvan op de leefgewoonten. Onze projecten zijn dus duidelijk een samenspel van vraaggestuurde- en aanbodgestuurde activiteiten. Op de grote W.O.-mindmap in onze klas schrijven we naast alle thema's de naam van het project, zo zien zowel de begeleider als de leerlingen waar vaak rond gewerkt wordt en waar minder.

 

(3) Soms gebeurt het dat er zich geen kansen voordoen tijdens die projecten of tijdens een ronde om sommige eindtermen te bereiken. Een klassieker is provincies. We spraken in onze soepele leerlijn af dat de begeleider van de tweede graad rond de paasvakantie checkt hoe vaak en hoe intensief eindtermen rond provincies, rivieren en andere geografische thema's aan bod kwamen. Op basis daarvan beslist hij om in het derde trimester extra in te zetten op die specifieke eindtermen. Over het algemeen checkt elke begeleider rond de kerst- en paasvakantie op de grote W.O.-mindmap in zijn of haar klas welke minimumdoelen nog weinig in een project kwamen. Zo is er weer een alertheid om die doelen aan te brengen als er zich een vraag vanuit de leerlingen voordoet, of soms zelf als begeleider een thema in te brengen. We organiseren ook extra ateliers rond die ontwikkelingsdoelen en eindtermen die echt onderbelicht blijven  (ad hoc les).

Er staan ook enkele vaste lessen op het programma: een lessenreeks rond seksualiteit bij de oudste leefgroep en Nieuws in de klas gedurende een maand ​bij de tweede graad. Vanuit evaluatie en de paralleltoetsen weten we ook dat de historische tijdlijn als geheel vaak onvoldoende gekend en gebruikt wordt. Daarom is er om de twee jaar een verplicht project bij het oudste lager rond geschiedenis: elk groepje onderzoekt een historisch persoon, gebeurtenis en uitvinding en stelt dit voor aan de klas. In die projectweken bezoeken we ook het STAM (stadsmuseum) in Gent.

FOTO'S

Ben je meer een beelddenker? Hieronder vind je enkele foto's die de uitleg bij deze drie sporen ondersteunen.

VASTE WERKING

150610_schoolmoestuin_anita_011_0.jpg

Een moestuin op school

Fietsen op school.JPG

Een fietsparcours op school

Buddy.jpg

Vaste afspraken om conflicten op te lossen

koken op school.jpeg

Wekelijkse kookactiviteit

PROJECT bijvoorbeeld Oude Egypte

Egypte 2.jpeg

Deeldomein natuur komt vanuit kinderen aan bod

Egypte.jpg
Egypte 3.jpg

Deeldomein techniek komt vanuit kinderen aan bod

Egypte 4.jpg

Deeldomein ruimte komt vanuit begeleider aan bod

Projectplanning

LES

Provincies.jpeg

Provincies komen vanuit begeleider aan bod

reclame.jpeg

Elk jaar een project rond reclame bij oudste leefgroep

bottom of page