Missie en visie onder de loep oefening 2
Het cahier W.O. start met een visie op onderwijzen en leren. Dit is de overlappende consensus tussen alle FOPEM-scholen. Hieronder vind je een oefening om je eigen schoolmissie en -visie onder de loep te nemen.
Waarom is zo'n gedeeld verhaal belangrijk? Je leest het antwoord op onze F.A.Q.-pagina!
DOEL
- visie op leren en onderwijzen invullen vanuit schoolvisie
- inzicht stimuleren dat pedagogisch project invloed heeft op W.O.
Verhalen verbinden
Het pedagogisch project van je school vertelt in één woord hoe jullie naar de samenleving, naar kinderen en naar leren kijken. Dat kan bijvoorbeeld ervaringsgerichte school of projectonderwijs zijn. Alle scholen hebben vaak ook een visietekst of schreven hun pedagogisch project uit. Maar hoe voelbaar of zichtbaar is die visie? Welke verhalen verbinden leerlingen, ouders, leraren,... met de school? En hoe ondersteunen die verhalen keuzes voor jullie eigen cahier W.O.?
"Verhalen verbinden mensen, verhalen verbinden momenten in de tijd, verhalen verbinden de binnenwereld met de buitenwereld.” Aat van der Harst
Opdracht
Schoolidentiteit is een dynamisch gegeven. Het verandert mee met de tijd, met de mensen die er deel van zijn, met de dingen die de school meemaakt. Toch is er een gemeenschappelijk kernverhaal waarover veel mensen in en rond de school het eens zijn. Dit is het DNA van de school. Je kan het letterlijk zien en opmerken met je zintuigen, het leeft echt.
De geleefde identiteit is
zichtbaar in de praktijk,
zit in gewoonten en rituelen,
voel je in de omgang met elkaar,
hoor je in de vertelde en gedeelde verhalen.
In deze opdracht vertelt het team verhalen aan elkaar over de school. Samen ga je op zoek naar wat de verhalen verbindt en neem je dat DNA van de school onder de loep.
Neem een plaats in in de ruimte. Sluit je ogen en zoek een concrete situatie in je werk waarvan je nu nog weet: hier doe ik het voor. Stel je de situatie zo beeldend mogelijk voor: wie, wat, waar, wanneer, hoe. Zoek een gesprekspartner en vertel jouw verhaal. De ander luistert aandachtig en geeft dan één woord terug als antwoord. Wissel van rol. Vertel tenslotte aan elkaar wat deze manier van vertellen en het woord dat je terug kreeg, met je deed. Noteer elk jullie woord op een gemeenschappelijk blad dat in het midden van de ruimte ligt. Je kan dit een aantal keer herhalen met nieuwe gesprekspartners.
Ga in gedachten naar een plek op school waar je iets heel kenmerkends over de school kan zien of voelen. Ga nu met het team echt op wandel door de school, ieder teamlid houd halt bij de plek die hij/zij op voorhand uitkoos. Vertel aan de groep over de bijzonderheden van deze plek. Eén iemand noteert kort tijdens de wandeling. Bekijk de notities en de woordenwolk van de vorige verhalen-oefening samen in groep. Wat is het gemeenschappelijke DNA, welk kernverhaal wordt zichtbaar? Hoe wordt hier de kwaliteit van jullie school zichtbaar in de verhalen? Probeer op basis van de verhalen en de gemeenschappelijkheden volgende vragen samen te beantwoorden:
Waar staat onze school voor (missie, kernwaarden)?
Waar gaat onze school voor (ambitie, visie)?
Wat is kenmerkend voor onze school (unieke kwaliteit)?
Welke verhalen worden gemaakt en gedeeld in onze school (zichtbaarheid van de identiteit)?
Dit is het DNA van de school.
Neem er de visie op onderwijzen en leren bij. Zorg dat de hele groep het schema kan zien. Ieder teamlid probeert om beurt het zonet samengestelde DNA van de school aan de visie op onderwijzen en leren te linken. Dit gebeurt popcorn-gewijs: iemand begint met zijn of haar beschrijving. Een volgend teamlid doet hetzelfde zonder voort te bouwen op wat de vorige collega vertelde. Zelfs als jouw verhaal al door meerdere collega's verteld wordt, link je jouw beschrijving toch aan het schema.
Zien jullie een pijler uit de visie op onderwijzen en leren die heel erg in de kijker staat op jullie school? Zijn er ook pijlers die je minder gemakkelijk linkt aan jullie pedagogisch project? Vinden jullie dit een probleem? Willen jullie meer inzetten op een specifieke pijler? En nog concreter: hoe beïnvloedt jullie school-DNA de keuzes voor wereldoriëntatie? Wat is het zogenaamde eindproduct bij leerlingen waar jullie met z'n allen naar streven?
Materiaal
Voor deze oefening kan je de visie op onderwijzen en leren uit het cahier W.O. gebruiken. Hier kan je nog eens lezen wat deze visie precies is voor wereldoriëntatie. De visie zelf bestaat uit een schema en een tekst. Voor deze oefening is het gemakkelijker om het schema te gebruiken.
Wil je meer weten rond story telling? Je leest hier meer.
Extra oefeningen
Waar er een gedeelde visie ontbreekt is er verwarring en ontevredenheid. We verzamelen graag nog drie oefeningen om als team een gedeelde droom te formuleren en hierover in gesprek te gaan.
Visualisatie
De groep sluit de ogen, de procescoach vertelt.
‘Stel je eens voor, over 5 jaar loop je de school binnen. Je bent de gang nog niet op of er komt een collega naar je toe gelopen die enthousiast begint te vertellen over wat hij in die 5 jaar heeft gedaan in de school, voor leerlingen, met collega’s … en welke feedback hij daarop heeft gekregen. Wat vertelt je collega?’
‘Je loopt verder de gang in en ziet een krant op tafel. Op de voorpagina staat een foto van jullie school met daarboven een vetgedrukte kop. Wat is het nieuws dat over jullie school geschreven is? Wie heeft daar intern voor gezorgd?’
‘Na het lezen van de krant loop je naar de leraarskamer. Op één van de tafels zie je de nieuwsbrief van de voorbije week liggen. Wat lees je daarin? Wat voor belangrijke zaken spelen er intern? Denk aan projecten, vernieuwingen, grote stappen die gemaakt worden zoals een bouw of een herstructurering, enz.’
De leden openen hun ogen en krijgen ruim de tijd om hun visualisatie te tekenen. Hoe meer bladvulling, hoe beter! Iedereen presenteert kort zijn of haar tekening, de groep kan vragen stellen en feedback geven. De procescoach luistert intussen aandachtig en noteert op post-its opvallende zaken, gedeelde ideeën en terugkerende elementen. Daarna luistert de groep naar hoe de procescoach alle verhalen heeft beleefd en wat daarin opviel. Samen komen jullie m.b.v. de post-its tot een gedeelde droom. (Meer info)
Handoefening
Er hoort een vraag bij elke vinger van de hand. Je kan vragen aan de deelnemers om eerst hun vijf antwoorden individueel te noteren of vraag per vraag met de hele groep overlopen.
De duim: waar zijn we als school goed in?
De wijsvinger: waar willen we als school naar toe?
De middelvinger: waar balen we van?
De ringvinger: waar blijven we trouw aan?
De pink: waar voelen we ons nog klein in?
Je kan deze oefening ook geregeld eens tussendoor doen om gericht te polsen waar jullie zich verder op willen concentreren.
Cirque du Soleil
Wist je dat de artiesten van Cirque du Soleil na elke voorstelling een gezamenlijke evaluatie doen? Ze stellen zich steeds dezelfde vragen.
Iedereen formuleert op elke vraag voor zichzelf een individueel antwoord. Daarna worden de antwoorden samengelegd en zoeken jullie naar de grootste gemene deler. Dit levert zowel werkpunten als aandachtspunten op.
Wat willen we gaan versterken?
Waar word ik blij van en mag gerust wat meer gebeuren?
Wat moeten we afzwakken?
Wat zie ik graag wat minder gebeuren?
Wat moeten we gaan creëren?
Wat zou ik te gek vinden?
Wat moeten we stoppen?
Waar word ik lastig van?