Op kamp (voor/tijdens/na) kan je tijd vrij maken om met aandacht te kijken naar wat er gebeurt en hoe iedereen zich daartoe verhoudt: soms gelijk en soms verschillend. We geven een drietal prikkels cadeau hieronder. Jullie vinden zeker en vast zelf nog heel wat andere startpunten.
Aan tafel. Hoe gebeurt dat thuis en hoe doen we dat op kamp? Mag ik zelf opscheppen en kiezen hoeveel ik eet? Moet iedereen zijn bord leeg eten? En welk idee zit daar dan achter: we verspillen geen voedsel, we voelen zelf wanneer we genoeg hebben, ... Thuis eet papa altijd mijn bordje leeg als ik genoeg heb. Zou de begeleider dat ook doen?
Ik heb nog nooit in een slaapzaal geslapen en durf dat bijna niet zeggen. Iedereen spreekt over de scouts en de chiro. Zelfs de begeleider doet alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is. Hoe dicht liggen we daar bij elkaar? En hoe moet dat als ik naar het toilet moet? Mag ik dan het licht aan doen?
Mijn ouders zijn heel bezorgd. Ik mocht bijna niet mee op kamp. Van de begeleiders mag mijn mama elke avond eens bellen, om te horen of alles goed gaat. Ik heb daar helemaal geen zin in. Mijn ouders snappen helemaal niet dat dat niet past op kamp.
Lees ook
We werkten enkele fictieve praktijkverhalen waaronder het verhaal van Cédric op bosklas (praktijkverhaal 7).
Comentários